45
„vertegenwoordiger”, „lasthebber” was van den juwelier. En ofschoon op sommige winkels deze chef een bijna oppermachtig bewind voert, hij heeft slechts gezag uit naam van den juwelier, en deze laatste kan den nalatigen werkman immer ter verantwoording roepen (1836 B. W.) als hadde hij in persoon met den werkman gecontracteerd. En ook omgekeerd kan bij mogelijke wanbetaling van den juwelier, de werkman dezen chef, „lasthebber”, niet tot voldoening van het verschuldigde loon aanspreken, zelfs niet als deze chef zijnen last te buiten ware gegaan, en de werkman uitdrukkelijk wist, dat hij slechts met den chef handelde (art. 1843.). Wat in den regel het geval is.
Zoo is de chef vertegenwoordiger van den juwelier, en bestaat direkte rechtsband tusschen dezen en den werkman.
Is de positie van dezen chef eene ook in andere industrieën veel voorkomende, een hoogst eigenaardig gilde van tusschen-personen vormen de zoogenaamde „Uitgevers”. Reeds hun naam duidt hunnen werkkring aan. Ze geven werk uit. Ze nemen knechten aan op vast geld, of dragen bazen werk op, zonder den werkman den naam te zeggen van den juwelier, van wien het werk afkomstig is. Dit alleen weet de werkman : dat zijn patroon een uitgever is, en geen juwelier.
Maar is dit in waarheid zoo? Is de verhouding van werkman en uitgever dezelfde als die tusschen zijn vakgenoot en den juwelier? Staat de werkman slechts met den uitgever in betrekking? of mag, als deze failliet gaat, de arbeider zich rechtstreeks wenden tot den juwelier?
En als, aan den anderen kant, deze juwelier insolvent wordt, mag dan de uitgever alles van zich afschuiven en den werkman verwijzen naar den juwelier, met wien de arbeider tot nu toe nooit iets had uit te staan, en die meestal in een vreemd land woont?
Dit moet afhangen vau de verhouding, die tusschen den juwelier en den uitgever bestaat.
De uitgever ontvangt van een of meer juweliers de opdracht, tegen zekere vergoeding partijen diamant te doen bewerken.