op jacht gaat hij. Nu gaat het leven eerst beginnen. In de voorkamer zit de oude baronne, omgeven van het dienstpersoneel, ze bidt en veegt af en toe met een kanten zakdoekje haar roode oogleden af. Ze weet eigenlijk nog niet goed wat er gebeurd is, wat ze doen moet en hoe ze een vrouw kan bewegen den mallen Robert te trouwen.
Als het geschreeuw ,,Pour les chömeurs” in het sterfhuis doordringt, ijlt een lakei naar buiten en roept vertoornd: „Silence, Mijnheer de baron is gestorven”. En de mannen met de ledige bussen in hun blauwe vingers verdwijnen ontroerd.
48