waren dol met haar. U had haar moeten horen voordragen, ’n Heel stuk uit haar kop van de Kleine Johannes, ’t was ’n weelde voor oor en oog, meneer Wolff. U is ook aan ’t toneel, natuurlijk, natuurlijk, ik heb al veel van u gehoord.”
Dat moet ik ook tegen de lui zeggen, denkt Lode, ik heb al over u gelezen en zo, al is er ook geen snars van aan. En hij keuvelt gezellig door, drinkt goed, terwijl de kleine bankier maar orangeade slurpt, doch Lode steeds alcohol blijft offreeren: „Ik moet sturen,” verontschuldigt hij zich om de orangeade.
Het eind is, dat Presburg, Judy, Agricola en Lode naar huis rijden.
„’t Is ’n Cadillac,” zegt Presburg, „hebt u verstand van wagens?”
Lode is ’n weinig licht in ’t hoofd en als de auto voor zijn woning in de Rue de Tenbosch stilhoudt, komt hij er meer uitrollen dan uitstappen. Z’n hoed, die. tegen de kap stiet, valt op de grond onder gegrinnik van Agricola.
Theatraal, parmantelijk, verdedigt zich Lode: „Ik ben niet gewoon te buigen!”
Alle grote zaken gaan langzaam. Met de anderen van ’t Vlaams Massatheater ergert Lode zich toch over de indringster, die door Jilles naar voren wordt geschoven. Judy is bescheiden, maar men voelt haar desondanks als ’n vreemde. Vooral mevrouw "Danneels, die de jongevrou-wenrol, ondanks haar veertig jaren, treffelijk vertolkte, voelt zich pijnlijk gepasseerd, spreekt beurtelings van „de jodin”, „de chiffonnière” en „diamantdievegge.”
Lode billijkt evenmin Judy’s bevoorrechting. Hij ziet ’t anders; hoewel hij met geen concurrentie is bedreigd, meent hij dat de vrouwen ’,t te gemakkelijk hebben. Haar spel komt hem matig voor, maar ze is mooi en meer dan mooi. Dus ergert hem Agricola, die de ganse dag bij haar is, nooit ’n opmerking maakt, zelfs niet als ze bizonder slecht werkt.
In de trein zit b.v. Agricola naast haar en onderwijst „en plein public,” al flirtende, zodat het hele gezelschap geërgerd is, want deze schijn-Dietser, Agricola, spot met onze heiligste gevoelens: „Jouw naam, goddelijke Judy, zou al ’n kapitaal waard zijn, als we in andere tijden leef-
79