maar vergeefs ditmaal. De meest perverse lichtekooi van de Boulevard Max kap Lode niet uit zijn neerslachtigheid tot ’n boetpredikatie opwekken. Lucas zucht, dan staat opeens een dame daar.
Lode staat op, gaat op haar toe. „Tu étais merveilleux,” fluistert madame Lafleur-Nyssen; om haar danst ’n geur van Congoparfum. Lucas snuift het op, dat doet zijn zinnen goed. Hij bemerkt uit de verte niet hoe de dame al aan ’t verleppen is.
Dan draait Lode zich om en zegt tragisch in Eddie’s oor: „Je moet me excuseren, ik heb ’n rendez-vous met dit vrouwke.” En hij kijkt hem aan of hij zeggen wil: heb deernis met deze Maria Magdalena, ik voer haar op het smalle pad der deugd terug. Maar bij zichzelf overweegt de man misschien, dat z’n avond toch verloren is, dat hem na zijn ontgoocheling wel iets toe komt.
Terwijl Lucas eenzaam en triest door de vijandige stad wandelt, waar de meiskes lokken, maar ’n bloedig doodshoofd voor hun schaamte dragen, gelijk Lode suggestief heeft gezegd, soupeert de jonge comediant met madame Nyssen en als Lucas vergeefs zijn verhit bloed met fantasieën tracht te kalmeren, ligt de goede Lode reeds bij Madame in het Louis XV bed, waar haar man sinds de oorlog niet in is teruggekeerd.
J’adore, j’adoPe les artistes...
69