En als hij in de stad terugkomt, kent hij zijn rol. Ergens op ’n kleine scène vindt de repetitie plaats. Niemand zegt wat bemoedigends, Jilles maakt geen tegenwerping, maar knikt ook niet met ’t hoofd; het is als heel: vroeger op school. Men vindt hem ’n indringer die de rol van den zieken collega heeft gekaapt. Lode voelt hoe men hem bewondert-met-nijd. De kritiek echter zal hem recht doen wedervaren, het gaat nu komen. Als hij nu maar voor de première bij Ronde mag komen...
’s Avonds laat legt hij zijn ietwat vette lojcken aan de hijgende boezem van madame Lafleur-Nyssen die de artiesten zo adoreert, hen spijzigt en hen eventueel met het genie der eeuw in verbinding brengt.
Als ’s anderendaags Lucas in Lode’s kamer omhoog dringt, vindt hij den toneelspeler knielend «voor den gekruisigde, die boven de schouw hangt. Maar iets in Eddie begint zich te verzetten tegen dat grote gevoel, dat toch soms zo bedenkelijk veel op aanstellerij lijkt.
Ze gaan samen naar ’t Vlaams huis friet ‘eten, want Lucas heeft in nieuwe maandgeld gelukkig ontvangen. Ed-die’s familie is eigenlijk ’n beetje Limburgs patriciaat, en, of hij met ’t verkeerde been uit bed is gestapt, hij vindt ’t Vlaams Huis tegenwoordig niet meer zó. Deze Vlamingen zijn boeren of willen er voor doorgaan. Het schelden op alles wat Frans is, begint hem wat te vervelen, want Ed-die’s bonne-maman was ’n authentieke Parisienne. De grollen en’t eeuwige ridicule toasten op allerlei Vlaamse zaken, waarmee hij, noch Lode, iets van doen hebben, gaat hem de keel uithangen. Lode is ’n enorme kerel, daar zal de wereld nojj ’s van staan te kijken, maar daarom kan ik hem toch niet in zijn Germaans chauvinisme volgen. Ik ben hier in Brussel om schilderen te leren en ik geloof graag dat ’t hier decadent is, dat laat zich ten minste wel zo aanzien, maar tenslotte bevalt me de Brusselse decadentie en het dansen ’s avonds in ’f Bois wèj zo goed als, deze ranzige friet en deze kuise ossen aan de houten geschrobde tafeltjes.
Hij voelt zich niet thuis, Lucas. Liefst zou hij één dier Vlaamse nationalisten, die hem bizonder irriteert, aan zijn bespottelijk lange germanenbaard hebben getrokken, Lucas gaat liever waar de meisjes zijn en kan er geen vreselijke zonde in vinden. Maar als Lode spreekt, luisteren ze allen
67