Met de stroom mee

Titel
Met de stroom mee

Jaar
1946

Pagina's
194



Mevrouw Danneels, die ook al wat toeschikkelijker wordt, verzucht: „Ik wou dat ik er nooit mee begonnen was, ze maakten me gek en zeien: je wordt ’n tweede Sarah Ber-nard.” De volumineuze heeft weinig meer van de Goddelijke Sarah, van wie men verzekert, dat ze zich achter een uitroepteken kon verschuilen.

Agricola reikt hem ’n stapel boekjes over; hij houdt Lode blijkbaar voor intelligenter dan de rest: „Lees dat ’s, mijn landgenoot Lode... Oók expressionisme, maar daar snappen ze hier geen snars van. Dit zijn Duitsers, oneindig veel beter dan de Vlamen en Fransen, die altijd over nationalisme en godsdienst liggen te mieren. Dezen vatten ’t rauwe leven samen zonder mooidoenerij.”

Zaterdagavond leest Louis op zijn kale kamertje in de Rue de Tenbosch (waarhe,en hij uit zijn logement de wijk genomen heeft, niet ver van Lucas dus) de drama’s van Sternheim en Kaiser met gloeiende ogen en hete handen. Tegen de morgen is hij klaar, gaat naar de kerk en werpt zich daarna gekleed te bed; ontwaakt in de namiddag uit ’n hittige wekdroom gelijk hij nimmer heeft gehad. Hij wast zich en gaat de frisse boulevard op, naar de „Herhaling.” Als de directeur-regisseur hem vraagt hoe hij de boekjes vindt, kijkt Lode hem diep in de ogen en zegt: „Bah!”

Jilles is verbaasd: „O, ben je van die? Ben jij een van de nieuw-Katholieke dieperiken van ’t verdiepte religieus bewustzijn? Die in de bordelen zitten en luide hun afschuw te kennen geven van ons moreel verval! Want let wel, Lode, jouw slag vertoeft bij voorkeur in de vrolijke buurt en heeft ’n zwak voor gevallen meisjes. Ontken het niet.”

Tegen Agricola moet men anders optreden. „U houdt me ten onrechte voor ’n kwezelachtig mens, meneer Agricola, Jilles bedoel ik. Ik ben je oprecht dankbaar voor de kennismaking met die ongezonde kost. ’t Doet mij niets, maar eenvoudige lieden brengt ’t ten verderve. De schoonheid,” doceert Lode tot verbazing der aanwezige come-dianten, „komt van God. Ik heb met vrucht „1’Art Scholastique” gelezen en dat werk van Marifain beschouw ik als de leidraad der moderne kunst...”

Agricola geeft luide uiting aan zijn misnoegen, dat Lode zo veel gelezen heeft. „Och kom,” snerpt hij, „die Maritain! Ik kwam laatst in ’n verdacht huis en ik ver-

55

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.