Maastricht den Koopman van Venetië geven. Wilde voornemens, onuitvoerbaar en dwaas, zoals te lopen naar Maastricht, met ’n militaire auto te rijden, zich te verstoppen in ’n goederenwagen, met ’n voerman mee te gaan, hetgeen een dag duren zou, kwamen in hem op, hij moest en zou den vermaardsten toneelspeler van ons land zien.
De Muiderkring ging niet naar de lunchroom, uit economie. Ze waren zuinig met ’t geld, dat hun moeders hun gaven om een glas melk te kopen, wijl deze particulier schaars was; de knapen dronken er gewoonlijk portjes voor. Nu keken ze sip.
Louis besloot, desnoods op illegale manier zich ’t geld te verschaffen om den groten naamgenoot te aanschouwen; eerst vroeg hij Marie, maar die zuchtte, ze moest elke cent bewaren om tenminste eens per week bij ’n boer wat vlees of vet te bemachtigen. Louis vervloekte zijn lot dat hem juist onder armoedzaaiers had doen geboren worden. Ook pastoor zou niets voor zijn doel geven, de oude Mestroms was de hele dag op de been met Agnes om bij allerlei ra-palje eten rond te dragen, hij zou ’t wel niet meer lang maken, hij kuchte gruwzaam en liep bijna met de neus op de grond. Wat nu? stelen of inbreken, maar Louis weet niet waar. De dag dat ’t gebeuren gaat, is hij rampzalig.
En dan komt natuurlijk de redding. Lucas komt vol misbaar op hem afgerend en deelt mee dat zijn broer, die ingenieur bij de Staatsmijnen is, hen vanavond per auto naar Maastricht zal voeren. Ze moeten natuurlijk spijbelen van school, zullen ongetwijfeld straf krijgen, maar ja dat moet je voor de kunst over hebben. Louis wordt er stil van, als hij hoort dat ze de plaatsen voor niets krijgen, want Eddie z’n schoonzuster die er met haar man heen had gewild, voelt zich niet in staat, daar ze bang is dat haar kindje vroeger komt dan afspraak was. We zullen dus baignoiv zitten en morgenochtend brengt de Ingenieur hen terug naar College.
Het is waarlijk ’n droom in de auto te zitten ’savonds; deze is veel luxueuzer dan die van Otto, en loopt bovendien van zelf, zonder zwingel, het gaat verdomd vlug, Louis is weg van emotie, eet ternauwernood van het brood met vlees dat Lucas heeft meegebracht.
Daar is de Comedie, een kolossaal somber gebouw van grijze verweerde steen; brandladders maken het uiter-
Met de stroom mee. 3
33