zich den ouden Goldschmidt als voorbeeld voor ogen te houden, hij groeide hem boven ’t hoofd, en al wist hij niets van boekhouden, hij werd boekhouder, daarna procuratiehouder; zijn slimheid had den grootsten concurrent al met lamheid geslagen. Hoewel Liese geen teken van sympathie had gegeven en Otto tot dusver onderdanig zich op ’n afstand van haar had bewogen, sprak hij op ’n goede dag den ouden Goldschmidt over de hand van zijn dochter. De man verbleekte, sloeg hem dan joviaal op de schouder en zei: Graag, graag zou ik zo’n tüchtigen Kerl als jou mijn dochter hebben gegeven, maar leider leider! wir halten noch an unserm Glauben. Koeltjes had Otto de hand van zijn schouder geschud en Goldschmidt begon er over, hem naderhand als compagnon in de firma op te nemen, zodra Liese met ’n geloofsgenoot was getrouwd.
Toen ging Otto naar den machtigsten concurrent dien hij nagenoeg strategisch had uitgeput, maar die nog ’n goede naam had overgehouden en meer geld dan handelsinstinct bezat. Hij werd in de christelijke zaak opgenomen en ook hier wilde ’t toeval dat er ’n rijke erfdochter voorradig was en daar is Otto mee gehuwd, deze deftige dame was dus Louis’ nicht. Vervolgens had Otto de strijd met de firma Goldschmidt aangebonden, die nu nog slechts vegeteerde. Dit is dan de evolutie van neef Otto en ze gelijkt op duizend evoluties in de wereld, waar nog altoos krantenof scheepsjongens met ’n dosis vrijmoedigheid en scherpzinnigheid tot aanzien komen, maar frekwent is het verschijnsel niet.
Otto beschreef zijn villa, liet foto’s zien van de visvijver met roeibootjes, van de tennisbaan; de arme verwanten keken hun ogen uit. Dan klapte de zilveren sigarettenkoker open en men rookte, ontsteld nu, want Otto de geslepen zakenman, had ’t crucifix gezien, was aan ’t uitleggen waarom hij daar niets aan deed, de priesters deugden niet, hadden hem tegengewerkt. De oude man begon te hoesten, van de rook? en opeens zei moeder dat men aan ’t geloof niet tornen moest en de Kerk in ’t midden moest laten. Daar ’t laat geworden was, begaf men zich eendrachtig te bed.
Louis droomde dat hij met zijn neef in ’n chieke lunchroom chocola dronk. Hij was zeer slaperig, toen hij gewekt werd, was pas laat ingedut. Maar direct keek hij
21