Met de stroom mee

Titel
Met de stroom mee

Jaar
1946

Pagina's
194



had overwogen dat ’t de voorkeur verdiende vriendjes te hebben, al voelde hij niets voor bergmenke,- herdluiperke, bokspringen en dergelijke kafferpret.

Zo triestig was hier de winter, het ganse land lag verlaten, huiveringwekkend kaal waren heggen en bomen, ’t was vroeg duister, je moest vroeg naar bed. Maar soms was ’t op school nu juist gezellig, de kachel brandde, ze leerden liedjes omdat ’t te donker was om in de boeken te kijken. Dat liedje van Michiel de Ruyter! Hij had er naderhand thuis ’n voorstelling van gegeven, de stoelen in de kamer op rijen geplaatst, op de eerste rang zat moeder met buurvrouw, zuster Marie op de tweede rang en hij was in de kast geklommen, hield zich met een hand vast en zong: „In een blauw geruite kiel...” Ze vonden ’t prachtig, klapten, hij werd rood van plezier. Maar op school werd behalve gezongen, ook wel ’s mooi verteld; geloof maar gerust dat er geen school in ’t land is, waar de meesters zó kunnen vertellen als op deze school. En als Louis in ’t donker door de modder naar huis klompte, moest hij nog steeds denken aan dat zeemeerminnetje, dat door de heks haar staart en haar tong liet wegnemen, alleen maar om benen te krijgen, waar ze bovendien nog pijnlijk op liep en Louis op zijn klompen voelde het vlijmen van de nieuwe benen van het mooie duivelinnetje. Kerdie1), hoe de meesters hier vertellen kunnen! Meester Berbers zei b.v. heel langzaam: „Ik wil jullie iets heel bizonders vertellen, maar dan moet ’t zo stil zijn, dat ik ’n speld kan horen vallen,”en dan liet die rare werkelijk ’n speld vallen, ’t Was als ’t graf en allemaal hoorden ze zacht het vallend geluidje op de plavuizen. Dan begon hij heel zacht om de stemming er in te brengen, van Simsimsierle, maar als hij dan ’n kwartier heel zacht had gesproken en ook rustig gevraagd had: „Maar verklaar mij toch, wie gij zijt?” bulderde hij opeens: „Simsimsierle!” zodat de hele klas stijf zat van schrik. Maar nóg pakkender moest de zeer strenge bovenmeester kunnen vertellen, hoewel dat al zeer zelden voorkwam, laten we maar rustig zeggen, eens in de tien jaar. Laatst leek ’t net of d’r wat kwam. Hij begon ’n verhaal: „Daar was ’s ’n man,” en ’n meisje bij de arm schuddend alsof hij kwaad was, zei hij: „Luister dan! Daar was

*) sacredieu

14

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.