poetste hij op, zoodat ze dof glansden. Ja, hij was vroolijk en wilde zich elegant kleeden. Hij kamde z’n lange, blonde haren en hij zette z’n zwarten hoed op, nadat hij dezen afgeborsteld had.
Toen nam hij z n zwarte jas over den arm en ging naar buiten, waar ’t toch frisscher was dan hij in z’n verliefden overmoed gemeend had. Maar hij deed de overjas niet aan, hij vond ’t prettig nog s even 't zomersch gevoel te hebben van wandelen-zonder-je-o ver jas.
In de stad kocht hij n doosje Darling voor Lizzy.
Dan ging hij langzaam over den bonten herfstsingel, naar de lunchroom.