Het zotte vleesch

Titel
Het zotte vleesch

Jaar
2007

Pagina's
228



niet ongedrukt gelaten; hij heeft op subtiele wijze wraak genomen op de redactie van De Gids. In de roman Onbewoonbare wereld uit 1937 beschrijft hij, zoals gezegd, de teloorgang van Ludo van Thorn, een getalenteerde maar dweepzieke en onevenwichtige jongeman, voor wiens zachte, gevoelige natuur de wereld onbewoonbaar is geworden. Ludo van Thorn koestert plannen zichzelf van het leven te beroven en zal dat uiteindelijk ook doen. In de bioscoop zag hij de film Quo Vadis, waarin Petronius zich het leven beneemt. Onder de indruk van deze beelden kwam als vanzelf in hem een sonnet op. Het blijkt het sonnet te zijn dat Jacob Hiegentlich acht jaar eerder al aan De Gids had proberen te slijten.

Het sonnet wijst op tragische wijze vooruit naar Hiegentlichs eigen levenseinde in 1940.

Wie van 't lot gefoold, de ongenade van zijn tyran op schoone wijs ontvliedt, doet als Petronius. De (jonge) dichter liet zijn slagaar vlijmen om dees aard te smaden.

Op't feest, tusschen de snikken ongestade, van vrouw en vriend verheerd door dof verdriet, klinkt bloedend, maar gelaten schoon het lied van wie in dood ontvlucht geduchter schade:

'Ik keurde't leven rijp, voldoend en goed, genoot mijn beker tot de wreede moer, nu ben ik zat van wat ik heb verkozen'.

Hoe geur(d)en doodelijk morbiede rozen, maar scherper is de reuk van 't roode bloed, dat rijkelijk vloeit langs witten marmervloer.



Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.