publiceerde hij bij voorkeur over joodse literatoren, zoals de eerder genoemde broer en zus Carry van Bruggen en Jacob Israël de Haan, en over joodse kunstenaars als Mare Chagall. Maar in de loop van dejaren dertig werden zijn artikelen ook meer politiek getint. Daar gaven de ontwikkelingen in Duitsland alle aanleiding toe. Zij versterkten Jacob in het gevoel dat meer jonge intellectuelen van zijn generatie hadden en dat hij in de titel van een roman later tot uitdrukking bracht: het gevoel te leven in een 'onbewoonbare wereld'. Met joodse intellectuelen als Abel Herzberg, van 1934 tot 1939 voorzitter van de Nederlandse Zionistenbond, en Siegfried van Praag nam Jacob Hiegentlich het op voor de waarden van tolerantie en beschaving die Europa en het jodendom met elkaar verbonden. Samen met Siegfried van Praag schreef Jacob een helaas verloren gegane studie over Het aandeel der Joden in de Nederlandse Letterkunde.
Het derde terrein waarop Jacob in Amsterdam zijn vleugels uitsloeg, was dat van de vriendschap en de liefde. Op 8 december 1929 schreef Jacob aan neef Koen: 'Ik kom net uit Parijs, waar 't lijkt of alle menschen zoo zijn, de eene avond gaan ze met een jolie poule naar bed en de andere avond met een beau garçon, 't Hangt af van de zinnelijke gesteldheid, 't eene genoegen is gecompliceerder en iets verfijnder dan 't andere. Goed en wel beschouwd komt 't allemaal op 't zelfde neer, en behoeft men zich geen illuzie te maken betreffende verhevener opvattingen van liefde etc'. Deze theorie bracht Jacob ook zelf in praktijk. Op 13 juli 1929 schreef hij aan Koen:'Er is wel een meisje dat ik geestelijk en physiek waardeer. En die ook voor mij voelt. Maar meer trekken mij de verloren zonen van 't Keizerrijk in onze glorieuze Nes'. In dezelfde brief vertelt hij over een vriend van dat moment:'Hij is gehuwd en gaat dezer dagen op reis. Dat is vervelend. Ook die matroos daar ik je veel van sprak, was getrouwd, doch weer gescheiden en nu in Parijs'. Op 26 september 1930 schreef Jacob vol weemoedZIk had 'n mooie Fransche vriend van 18 jaar, vertrokken nu naar Nancy. Een andere vriend is de dikke Van
O., zeer geestig en erudiet, groot Boutens-kenner, humorist, hij wil