Het zotte vleesch

artiekel'. Aan Boeken Kunst, dat onder redactie stond van mr. Benno J. Stokvis, droeg Hiegentlich in december i 927 een bespreking bij van La vie douloureuse de Charles Baudelaire van de hand van F. Porché. in de volgende, tevens laatste jaargang van het maandblad publiceerde hij gedichten: in juni-juli 1928 het gedicht Aan Charmides'en in het laatste nummer van het tijdschrift tien 'Kwatrijnen', overigens slechts ondertekend met de initialen J.H. Boek en Kunst was slechts één van de literaire tijdschriften die zich over Jacobs medewerking mochten verheugen. Ook aan andere tijdschriften droeg h j gedichten, novellen, essays en boekbesprekingen bij. Daaronder zijn De Nieuwe Gids (ooit het tijdschrift van de Tachtigers), De Nieuwe Taalgids, Den Gulden Winckel, Elsevier, Helikon, Nederland, De Nieuwe Spectator en nog andere. Jacob Hiegentlich bediende zich van een breed spectrum van literaire tijdschriften. Een grote voorkeur voor een bepaalde richting in de letterkundige debatten blijkt er niet uit. Het lijkt eerder dat Jacob Hiegentlich op een zo breed mogelijk front in de literatuur mee wilde strijden. In de jaren dertig was hij dan ook zonder twijfel een van de meest aanwezige jonge letterkundigen in de literaire tijdschriften.

Een tweede terrein waarop Jacob Hiegentlich zich in en vanuit Amsterdam bewoog, was dat van de discussie over de toekomst van het jodendom. Vooral de ontwikkelingen in Nazi-Duitsland maakten hem meer bewust van zijn joodse identiteit. In de jaren in Amsterdam legde hij geleidelijk het gevoel af tot een minderheid te behoren die er 'niet echt bij hoorde', het gevoel dat hem in Roermond vaak moet zijn bekropen en dat hem deed verlangen naar deelname aan de katholieke rituelen. Jacob trad als joodse intellectueel naar voren, werd lid van de Nederlandse Zionistische Studenten Organisatie en ontplooide zich tot een van de meest ijverige publicisten in DeJoodsche Wachter, het tijdschrift van de Nederlandse Zionistenbond, en in Ha'lscha en Hatikwha, de tijdschriften van respectievelijk de Joodse Vrouwenraden in Nederland en van de Nederlandse Zionistische Studenten Organisatie. In die tijdschriften