Voor Raoule
Wat heeft mij in den regenenden tuin gedreven?
Ik zocht of er 'n enkle bloem nog bloeien zou die gaaf en schoon genoeg was om de vrouw die mijn vriendin is, wel te kunnen geven.
Een roos was schoon en gaf genoeg gebleven hoewel zeer donkerrood van kneuzende kou; met teere zorg behield ik haar in 't leven dat gaarne geurende ontvluchten wou.
Toen ik omzichtig het geschenk haar geven wilde, dwaalden zacht neer, donkerrood en stil de blaadjes. Ontsteld stond ik met leege handen daar, en zij, ook zij maakte 'n erg triest gebaar.
Op straat klonk toen het tragisch raatlen van den grauwgeboezeroenden vuilnisman.