zusters van het Arme Kind Jezus namen aan de Neerstraat, in het huis De Steenen Trappen, de zorg voor weeskinderen op zich. Vanuit de drukkerij van Henri van der Marck en Zonen en de uitgeverij van J.J. Romen en Zonen werd katholiek Nederland van boeken voorzien. Het merendeel van de bevolking van de stad las de Nieuwe Koerier, het plaatselijke dagblad dat was ontstaan door de samenvoeging van de Maas-en Roerbode en de Nieuwe Koerier en dat werd geredigeerd door de priesterTheodoor van der Marck, die later secretaris van de bisschop werd. Jongens en meisjes, mannen en vrouwen van alle leeftijden, rangen en standen konden lid worden van een keur aan katholieke congregaties, broederschappen, en verenigingen, zoals Voor Eer en Deugd, de Eucharistische Kruistocht en Geloof en Wetenschap.
Deze roomse overvloed werd in Roermond toch nog enigszins getemperd door een sterke liberale onderstroom, die vanaf de achttiende eeuw in de burgerij van de stad aanwezig is geweest. Een aantal van de culturele verenigingen in de stad droeg nog in de jeugdjaren van Jacob Hiegentlich de sfeer van een zeker liberaal antiklerikalisme. Deze verenigingen waren ook voor joden toegankelijk. Dat gold bijvoorbeeld voor de deftige Groote Sociëteit, waarvan volgens een ledenlijst uit 1882 dr. Levie Voorzanger, leraar wisen natuurkunde aan de Rijks H.B.S., lid was, en ook voor de Koninklijke Harmonie, de oudste vereniging van de stad. Van deze laatste waren in de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw vijf joodse gezinnen lid.
Van de plaatselijke afdeling van de SDAP was de jood Max Behretz in dezelfde tijd voorzitter. De liberale geest moest in de eerste helft van de twintigste eeuw in Roermond echter meer en meer het onderspit delven onder het klerikale overwicht in de stad. Dit overwicht ging soms gepaard met een verlies aan verdraagzaamheid en met, vaak onbedoelde of onbewuste, uitlatingen die de joden aan hun 'andersheid'herinnerden. In het werk van Jacob Hiegentlich zijn daar verschillende voorbeelden van terug te vinden, bijvoorbeeld in het verhaal 'Mirjam' uit de bundel Het vochtige park uit 1935