glimlachte, maar met natte oogen. Nu moest hij beter luisteren.
Hij moest er mee ophouden, nu was 't nog tijd. Maar ’t was al n paar maal gebeurd dat hij onder het polsvoelen „weg” was gegaan om na n heele poos met n schok te ontwaken. Pijnlijk dat ze er over begon, het was waar, dat was van de morfine. Hij had zich, toen de drank hem weinig meer zei, eerst uit belangstelling, dan uit de verveelde wellust overgegeven aan de narcotica waarvan zijn beroep hem een ongelimiteerd gebruik toestond. Juist voor zij zoo vastberaden zijn kamer kwam binnenstappen, had hij n spuitje willen nemen. Dit godvergeten gat op Zondag ook!
187
Elk gezicht, elke steen ergerde hem. Vroeger had hij nog wel s n slippertje gemaakt met Mr. Sevriens, ze gingen dan zich „de haren laten knippen” in Luik of Brussel. Maar bij n vrouw beland moest Frans fantaseeren, dat het José was, hetgeen niet ging. Allemaal niks. Sinds Sevriens kantonrechter was geworden, werd die gereserveerder. Nergens was de standenhiërarchie zoo rigoureus als hier. Hij had om José getracht vasten voet te krijgen in de „society”, niet in de alderhoogste, godnee, dat was trouwens n mythologisch instituut waarvan de stad eens per jaar de elysische zin1 bevroedde, als eenige hooggeboren jongedochters in de „wereld” werden gevoerd, en op n bal aan eenige hooggeboren pretendenten werden voorgesteld. Dit strategisch spel volgde de burgerij slechts uit de verte, bij de poort van het hotel Du Casque, men noemde elkaar met religieuzen huiver de namen der graven, baronnen en onaardsch volmaakte freuletjes. Maar door zijn practijk en Sevriens had Frans 't zoo ver gebracht, dat de douairière Tobieski hem op n avond gevraagd had, zonder zn vrouw echter (te wier behoeve hij al deze démarches2 had aangevangen). Hij vond n gezelschap kwebbelende oude vrouwen die zeer hooghartig deden, mevrouw Tobieski was familiaar-luidruchtig tegen den dokter van haar personeel, voerde hem voor n schilderij waarvoor n zware tapisserie hing, die ze opzij schoof met de woorden: „Jij bent n man van ontwikkeling, mijn Rubens laat ik aan niemand zien, die
1
elysische zin: paradijselijke gelukzaligheid.
2
démarches: pogingen om een onderhandeling aan te knopen of iets gedaan te krijgen.