geen kunstgevoel heeft.” Ze had een basstem en grijnsde bijna geil. Onbewogen bekeek Frans het leelijk vet en rimpelend naakt, dat waarschijnlijk niets met Rubens van doen had en zeide: „Mooi, heel mooi, maar m n vrouw die heeft er meer kijk op, die zal er bepaald van genieten.” Met n ruk schoof de oude dame het tapijt ervoor.
Er was geen sprake van dat Joske geïnviteerd werd. Wat had ze trouwens aan die oude feeksen. Hij loerde naar haar. In den droom was ze hem dichterbij dan nu, nu hij haar als een pratende juffrouw op n stomme film zag. Had misschien z’n moeder net zoo zitten soebatten voor doovemansooren dat de inspecteur zich ergens van onthouden moest? Wat was dat toch geweest? Waar heeft ze 't nu over?
„Doe ’t voor mij, Frans, als je nog iets om me geeft...”
„Lijk ik op irin vader?” vroeg hij opeens. Ze keek bevreemd.
„Hoe kom je d r bij?” kwam haar stem dan als uit de verte.
Hoe zou dat gemeend zijn, bedacht hij wantrouwend. Ze houdt niet van den Inspecteur. En van mij dan? Of ben ik zoo vervallen en zwakhoofdig, een oude man met vader vergeleken? De vrouw op het bed begon opeens te snikken en riep dramatisch: „Dat verdomde, verdómde vergif...”
Hij waggelde overeind, wilde haar streelen, maar maakte z’n gebaar niet af: „Kom nu, Joske, je maakt ons allebei overstuur ... 't is goed.” Ze richtte zich op, nee mooi was ze niet met dat doorvlamde gezicht.
„Beloof je ’t niet meer te doen ...” Hij wilde anders zijn tegenover zijn vrouw dan de inspecteur was geweest, waarom zou hij 't haar niet beloven? „Ik beloof't je, kind. Ga nu slapen,” zei hij. Ze ging.
Hij transpireerde ondanks de koele avond, de rotprovincie was schuld. Het was te laat. Of was 't nog niet te laat. Ze had 't toch niet over kinderen gehad? Hij was nu toch moe, moest 't s probeeren, 't te laten. Hij dronk n slok water. Hij had toch altijd energie gehad, anders was hij nooit dokter geworden ... Ze houdt van mij, das vast en dat is toch wat waard.
Bartholomeus, arts en verloskundige, fietst langs den landweg.
Hij voelt zich tamelijk fit, zijn hoofd is helder en hij kijkt