Het zotte vleesch

Titel
Het zotte vleesch

Jaar
2007

Pagina's
228



soms in den droom zooals zij uit den donkeren winkel uit Maeseyk in het licht verscheen met een blauwe koffiekop in de hand, ze wandelden door wonderlijke dreven en zaten naast elkaar op n vlondertje met hun bloote voeten in het beekje. Ze zagen over de Maas de met bloemguirlandes versierde liebigbooten glijden ...

Met teederen spot loerde dokter Bartholomeus naar zijn vrouw die op de rand van het bed zat te betoogen met een ernst die hem bijna verbaasde. Gemeenlijk schonk hij geen aandacht aan wat de „vrouwtjes” voor particuliers zeiden, maar nu Joske haar luchtigheid aflegde, was hij wel genoopt te doen of hij luisterde, hij zag hoe de heftigheid haar jukbeenderen rood aanzette en knikte telkens, als ze driftig uitvoer: „Luister je wel?”

186


Ze was zooeven resoluut zijn slaapkamer komen binnenstappen: „Ik moet je spreken.” Als geamuseerd, maar ietwat verontrust, had hij haar n plaats op 't ijzeren ledikant aangeboden. Ze begon ermee dat er zoo veel over hen gefluisterd werd in deze aartsdomme stad. Zeker over hun „huwelijk in kameraadschap”, het interesseerde hem niet, bromde hij. Nee, over jou, je practijk. Hij ging rechtop zitten.

Nu ja, hij was niet bemind bij zijn collega's die hem voor n hoogvlieger hielden omdat hij in z’n uren van energie wel s n stukje in n medisch blad publiceerde, gelijk dr. Bahlman gedaan had, heel kort, want hij was niet lang van stof. n Tijd geleden, nadat hij flink ziek was geweest, had hij geschreven over de opiumalkaloïden en hun toepassing bij de therapie. Bij patiënten, maar ook bij zich zelf, had hij bepaalde belangrijke werkingen van deze vergiften bestudeerd. Maar z’n laconieke stukjes hadden een hevig verzet uitgelokt bij de vakgenooten. Zooveel was duidelijk uit Joskes verhaal dat er hier geruchten gingen dat hij te sterk verdoovende middelen onder de recepten doordeed. Zoo was 't alleen te verklaren dat zijn patiënten zoo aan hem hingen, met hem dweepten, aan hem verslaafden. Hij lachte, zei plagerig:

„En wat ze van jou niet allemaal... roddelen. Ik hoor, een van onze vrienden gaat van z'n vrouw af, om mijn Joske ... En wat die receptenpraatjes betreft, moeten ze apotheker maar vragen ...” Ze








Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.