goed tot zich doordringen, het was niet mogelijk verband te vinden tusschen de vrouw uit de anecdote en de geestesgestoorde die door hun huis dwaalde. Hij sloot z n ooren hermetisch af, ademde de reuk van den zomer in, hij dacht even aan Bahlman en vond de wereld mooi. De ander ving nu over ’t examen aan, hoe hij dacht ’t gemaakt te hebben, maar een die voor reed, riep driftig: „Allez, daar zouen we vandaag niet over ouekleppen, niewaar?” Ze kregen ’t over de vrouwen en een hing de ouwe cynicus uit: als hij in Gladbach n aardig kind zag, schoot hij haar altijd aan en zei: „Fraulein, ich liebe Sie, wieviel kost' das?” Er werd ook vurig gesproken over een José of Joske die hier in n bakkerswinkel moest wonen.
Daar het nog te vroeg was om naar de meiden te gaan, stapten ze bij n groote lunchroom af om koffie met gebak te gebruiken.
Hier was Joske de dochter des huizes, ze was niet direct mooi, maar Frans die geladen was met n intens verlangen naar 't gewone menschelijke, werd verliefd, zoodra hij haar zag. Toen ’t meisje een blauwe kop voor hem neerzette, greep hij haar hand en zei:, José, weet ge wel dat ge n schoon maske zijt?” Misschien wilde Frans na het cynische propos der anderen wel heel even imponeeren. In elk geval, José lachte, haar kleine roofdiertandjes glinsterden in het halfdonker. De jongens waren verbaasd en bewonderden Frans. Hij ging s avonds niet met hen mee. Hij was in de smaak gevallen van het luchtige, gemakkelijke kind, maar in ’t donker van ’t park werd hij bijna angstig om wat komen ging, alles was zoo vlug gegaan.
Ze leerde den onbedrevene kussen, het was iets ondenkbaars en leek verbazend op „gelukkigzijn! En heel alleen fietste hij s nachts naar Holland vol verwarde gedachten aan José, de woorden van Balhman, aan zijn zoon den dokter, aan het ongeluk van Melle Banquart, alles fladderde rusteloos door zijn warme hoofd heen en weer.
De ouders hadden ongerust inmiddels de politie opgebeld, die was spoedig op de hoogte van de escapade der knapen. Bij zijn terugkomst viel hij zijn moeder om de hals, alles was weer goed. Vader was wit, maar over zijn dunne lippen kwam geen woord. Frans had n klein krijgsplan ontworpen dat hij pas ten