Het zotte vleesch

Vader Sallie was groothandelaar in confectiewaren ('manufacturen') en niet onbemiddeld. Uit het kadastrale register van Roermond van de jaren twintig blijkt dat hij nogal wat onroerend goed in de stad bezat, waarvan hij nu en dan ook weer iets verkocht: een huis aan de Markt, een huis in de Graaf Gerardstraat, een huis aan de Venlose Poort, twee huizen in de Veldstraat en twee huizen in de Kruisherenstraat, en verder nog stallen en grond aan de Roersingel en in de Eksterkamp. Het ging hem zakelijk goed. Het gezin Hiegentlich behoorde tot de bemiddelde burgerij van de stad en vader Hiegentlich kon zijn kinderen in betrekkelijke welstand laten opgroeien. Sallie Hiegentlich werd gerespecteerd in de stad en had goede relaties in de bovenlaag van Roermond, het'standenrijke stadje'dat volgens het verhaal 'Mirjam' van Jacob (uit de bundel Het vochtige park uit 1937) maar liefst 183 standen telde. In de joodse gemeenschap van Roermond nam Sallie Hiegentlich een vooraanstaande plaats in. Toen in mei 1913 het zestigjarig bestaan van de synagoge aan de

Hamstraat feestelijk werd gevierd, lieten de notabele leden van de joodse gemeenschap zich, in rokkostuum en met'hoge zije', fotograferen met de opperrabbijn van Noord-Brabant en Limburg, Salomon Heertjes, en hun eigen leraar en voorzanger of chazan Hartog Mozes Trompetter in hun midden. Onder de zeven vooraanstaande leden van de gemeenschap was ook Sallie Hiegentlich.

De spil van het gezin was de moeder. Zij drukte, volgens Jacobs eigen zeggen, een duidelijk stempel op de sfeer in huize Hiegentlich. Jacob heeft voor haar, die overleed toen hij goed twintig was, altijd een grote verering gekoesterd. Een spiegelbeeldige voorstelling daarvan geeft het verhaal 'Vlucht uit de vrouwenwereld', dat in 1939 was aanvaard door de redactie van het blad Elsevier, maar dat door het uitbreken van de oorlog nooit is gepubliceerd en nu in deze bundel voor het eerst openbaar wordt gemaakt. In dat verhaal is de moeder de grote afwezige:'Mijn jeugd was lichtloos en triest, de heele dag was ik zonder mijn moeder'. De plaats van de steeds afwezige moeder