Het zotte vleesch

onvolledig overzicht van de Roermondse politie uit oktober 1941 waren in 1933 zeven joden naar Roermond gevlucht, in 1934 twee, in 1935 vier, in 1936 tien, in 1937 zeven, in 1938 veertien en in 1939 maar liefst 24. Na het uitbreken van de oorlog en de Duitse bezetting was het ook in Roermond met hun veiligheid gedaan.

Uiteindelijk zijn 130 joden die in Roermond woonachtig waren of er geboren zijn, tijdens de Tweede Wereldoorlog ten slachtoffer gevallen aan de gruwelijke Sjoa. Hun namen en hun lot zijn door Hein van der Bruggen in een doorwrocht artikel in Spiegel van Roermond 2006, nog aangevuld in Spiegel van Roermond2007, aan de vergetelheid ontrukt. De namen van de 130 Roermondse slachtoffers van de gruwelijke jodenvervolging zullen bij het nageslacht in herinnering gehouden worden door een herdenkingsmonument van kunstenaar Appie Drielsma, dat 1 mei 2007 bij de synagoge aan de Hamstraat zal worden aangebracht. Wij komen op dat monument niet alleen de namen tegen van Jacobs vader en broers, maar ook van andere verwanten, bijvoorbeeld uit de familie van zijn moeder (Egger) en uit die van zijn overgrootmoeder (Stoppelman).