Maar toen 't licht weer doofde begon Lizzy te snikken en drong zich tegen Peter aan. Die streelde zacht haar blonde haren.
Dan keek hij opeens naar ’t doek: de vader van ’t huisgezin stierf.
„Wau, wau!” blafte hij zachtjes, „geen oog blijft droog.”
Zoo ging de avond verder. Amoureus hielden Annie en René eikaars handen vast.
Lizzy snikte zacht, ze wou niet wachten tot de klucht kwam.
Peter geënerveerd stond in 't duister op. Lizzy nam afscheid van René en Annie. Annie kuste haar op de bleeke wang.
Peter tastte, hield Lizzy s hand achter zich. Buiten kalmeerde Lizzy.
Zwijgend liepen ze door den kouden avondwind, hand in hand. 't Vroor.
In Peters kamer was de kachel nog aan. ’t Water stoomde. Hij maakte voor hun beiden nog n warme wijngroc. 125
Lizzy dronk hem haastig uit. ’t Verwarmde haar wat. Ze had koud gekregen op straat.
„Hoe laat kan ik morgen weg,” vroeg ze.
Peter zocht in 't spoorboekje, maar hij wist er niet goed den weg in en ’t duurde lang eer hij ’t gevonden had.
„Zeven uur vijf-en-dertig,” zei hij zacht en dan woest, „maar je vindt ’t toch zelf ook beroerd om te vertrekke .... blijf toch hier!”
Ze zat in n stoel en schudde langzaam ’t hoofd.
,,’t Moet,” zei ze met n lichte snik.
Plots viel hij voor haar op de knieën en zei hartstochtelijk:
„Blijf vannacht hier - bij me - toe - de laatste nacht - ga niet naar Fien.”
„Ja,” zei ze en haar handen sidderden, terwijl ze hem aankeek,....
lieverd....., ik blijf bij je.....net alsof ik je vrouwtje was.....Peter.....
kijk zoo niet.... zoo wild.....ik blijf bij je .... ik, blijf bij je ...”
Ze nam hem in haar armen en kuste hem den rooden wilden mond.