Lizzy en Peter waren blij dat de twee anderen waren gekomen, want Lizzy was wat treurig geworden, tusschen die lui met hun vieze adem en Peter was somber, hoewel hij vond dat ze leuk zaten tusschen die mensen, waarover hij schreef in de kranten, deze menschen, die hij liefhad. Naast hem zat n jongen, die s morgens t schild had gedragen met „Moeder” er op en die nu heesch was van 't schreeuwen: „Geen oog blijft droog”
Toen Peter naar de film keek zag hij door z’n merkwaardige plaats wat waterhoofden en hooge ruggen en hij keek er maar niet meer naar, tot n hond kwam, die blafte op 't doek en Peter geïnspireerd werd door 't natuurlijke, om heel hard in de zaal te blaffen: ,wau, wau!” en René dee ook mee: „wau, wau!” en heel de tweede rang dee mee: „wau, wau,” zoodat er n geweldige lachexplosie plaats had van de loge tot de tweede rang.
124
Maar dan was Peter vermoeid en hij keek niet meer, tot plots n aandoenlijke scène op 't doek kwam en hij zich gedrongen voelde om toch weg te doen de lamme smart door heel hard door de zaal te schreeuwen: „De traanklieren werken,” wat n tweede lachexplosie ten gevolge had, nu echter zachter en minder spontaan dan zooeven, want 't „lief” was nu afgerold, nu zou 't „leed” beginnen.
Dan was 't pauze en de zaalknecht ging rond met n spuit hoogst ordinaire eau de cologne, n Jonge mijnwerker hief z’n pet omhoog om zoodoende ’t geurwater tegen te houden. Onmiddellijk riep n befaamde straatmeid: „Kom hie, ich zeik dich d r op.” Deze grap werd door de tweede rang herhaald, bij de klapstoelen en wel bij n ontvanger van belastingen stopte ze.
Lizzy zat stil en droevig in haar stoel. Deelnemend had Annie geïnformeerd en Peter zei haar in korte woorden van Lizzy s vertrek.
Vertrouwelijk sloeg Annie haar arm om Lizzy’s hals en troostte haar en Peter, die in grapjes z’n verdriet poogde weg te moffelen.