René, voor de tram is 't al te laat. Of zou Van Alfen ....
„Dag René,” onder ’t wiegelende licht van de lantaarn danste Annie vroolijk 't huis uit. „Kom, gauw naar de bioscoop.”
„Bioscoop!” schrok René, „en die ellendige film dan.”
,/t is niet voor de film, maar ik wil nog niet naar huis. Ik heb gebeld ...., alles uitverkocht.... behalve 2e rang. Ik heb twee 2e rang besproken.”
De origineele Annie.
„Ben je niet gegeneerd tusschen dat schorrie.”
„Wel nee, beste jonge, hoe kom je d r bij. Moste mer niks om géve as te mer lol hubs.”
Ze stapten stevig door over de drukke Steenstraat met z'n gewone Zondagavond publiek. René was heel erg vroolijk.
„Bonsoir Annie,” zei Van Alfen, „wat hei-je 'n haast?” en hij rende met hun op.
„We gaan naar de Cinema.”
„Zijn d r nog plaatsen?” 123
„Alleen derde, we gaan derde.”
Van Alfen keek sip, nerveus trokken z’n mondhoeken omlaag.
„Nee, derde ga ik niet. Navend.” De heer Van Alfen af.
In René giechelde even 't leedvermaak om dit blauwtje. Maar door ’t snelle loopen ging dit weg.
„De twee besproken derde,” zei hij gesuggereerd door Annie.
„Derde bestaat niet, alleen tweede!”
„Ja, ja, bedoel ik.”
In de zaal was 't licht nog aan. De muziek speelde Destiny.
„Daar zitten warempel Piet en Lizzy.”
„Stel je voor, Peter heeft gehuild!”
„D’r op af.”
Lizzy zat stil voor zich uit te kijken.
„Goeienavond samen,” zei Annie hun allebei n hand gevend en ze nam plaats naast Lizzy, zoodat Peter aan den eene, René aan den anderen kant de dames tot bescherming dienden.