NACHTBLAUW
Diep het nachtblauw. Stuifsneeuw van maanlicht op stenen. En de trillende pauwestaart van de wind.
Zeeorgelspel nevelt zich weg tot stilte,
een zandlaag op de huid
der wereld. De duinen houden
hun voeten diep in donker grondvocht.
Het dorp een wolk van slaap.
Al wat zich mens gewaand heeft, tot een kiemend beendergestel ineengekrompen binnen het ademend omhulsel van de wereldschoot.
48