NOORWEGEN
Er was een pad, daar hoorde men
de tijd tot zwijgen komen tegen rotsen
met open handvlak waar de wind op doodliep.
Daarna bleef er niets
dan luisteren, een lange vraag
die geen antwoord verwachtte.
Ik kwam er dagelijks terug om weer te horen hoe het zwijgen zich rekte en mijn leven te voelen voortbestaan.
Iedere avond
nam ik éen dag minder mee terug,
sliep ik een handbreed nader bij de drempel
waarachter vraag en antwoord
elkander hebben uitgewist.
33