TOURNUS
I
Daar was een oude stad, een stenen kelk waarin het donker viel.
Eeuwen schoolden samen op de matte lichtplekken onder de lampen.
Torens beslagen door mist waren vermoedens in de hoge ledige hemel. Sloppen vol schemer van bewoondheid zagen ons met hun oogholte aan.
Het werd later. De mantel der duisternis viel dicht.
De stad had geen woorden meer, te oud om het zwijgen der wereld nog tegen te spreken.
34