ZO IS HET GEWEEST
Zo is het toch geweest: mijn vader stond daar blind van angst onder het dak.
Eeuwen voor zijn geboorte, eeuwen na zijn vermoording wankelden, stampten, schreeuwden in die seconden, hijgend tussen het nu en het niets.
Van oercel tot eindatoom schokte het leven en stierf.
Het laatst in de kramp van zijn handen, zijn brandende vingertoppen die stijf werden, plotseling wit, afkoelend tot steen en dan zelfs dat niet meer, ontrukt aan iedere noembaarheid.
28