'Ik wil het graag proberen/ zei ik. 'Als het dan nog maar een week blijft vriezen!'
Binnen een week was de genezing een feit, had Anna immers gezegd. Ik had geen enkele reden om voorzichtig aan te doen. Ik wilde van mijn wintervoeten af, op de schaats en naar school. Motieven genoeg om hoe langer hoe stelliger in Anna's neef te gaan geloven.
Aan het avondeten werd de zaak nogmaals besproken. Vader wilde die man wel laten komen. Meneer Zilver zei: 'Het is natuurlijk kwakzalverij, maar wat doe je eraan?' Mijn vurige belustheid op de schaatssport maakte van deze koude-douche-achtige opmerking een aanmoediging. Achter Anna's woorden had ik die neef al als een tovenaar zien oprijzen. Wat ik een tovenaar noemde, noemde meneer Zilver een kwakzalver. Het was doodeenvoudig.
Ik moest in die neef geloven. De volgende middag stonden er schaatswedstrijden voor de jeugd op het programma. Mijn zusje en broertje hadden zich bij de groep van de beginnelingen laten inschrijven. Ik had ze graag om hun inbeelding willen plagen, maar schaamte snoerde mij de mond, want ik kon zelf helemaal niet schaatsen en durfde zelfs niet uit het raam te kijken, uit angst dat bij de aanblik van de schaatsers de tranen te voorschijn zouden springen. Die avond, in bed, met weer een schaatsloze dag in het vooruitzicht, leek het er even op dat de tranen het toch zouden winnen, maar het geloof in de neef hield me overeind.
☆
Toevallig liep ik net van de wc naar de huiskamer terug, toen de wintervoetengenezer kwam. Daardoor zag ik dat hij eigenaar was van een grijze gleufhoed en een donkere overjas. Op zijn neus droeg hij een lorgnet, aan zijn hand een citybag. Ik verdween haastig de kamer in, terwijl mijn moeder de honneurs waarnam. Het was over vijven en stil in huis, maar buiten ging het feest ondanks de reeds gevallen duisternis onverminderd voort.
De genezer kreeg mijn voeten niet in volle winterbloei te zien. Een paar dagen huisarrest hadden de wonden verzacht en de bulten doen krimpen. Maar de schade was nog groot genoeg om hem een geïmponeerd 'tt-tt' te ontlokken. Zijn
70