Ik kende ze allemaal van gezicht en sommigen bij hun naam. Het waren zonderlingen die niet zoals de andere mensen dit onherbergzame oord in september ontvluchtten. Als men de verhalen mocht geloven, wat ik graag deed, was er bij de meesten geen sprake van voorliefde voor de woeste elementen. Ze waren met huur- en andere schulden uit hun woonplaats gevlucht. Of ze waren gescheiden en hier gaan samenwonen. Een enkele had een gevangenisstraf opgeknapt en liet zich nu door de zeewind schoonwaaien.
Ik moest erkennen dat het avontuur de langstrekkende forenzen niet op het gezicht geschreven stond. Het leken me meer mensen zoals mijn vader: steeds op zoek om aan de kost te komen, de ene keer met een beetje succes, de andere met veel pech.
Nu en dan dook er een nieuw gezicht op dat een verrassing bood. Zo'n verrassing was de lange man die mijn vader op een middag in het vroege voorjaar meebracht. Ze spraken over belangrijke dingen, want ze bleven wel tien minuten bij ons huis staan. De lange man maaide met zijn armen en liet zijn grote handen een zwevend gebaar maken, alsof hij de aarde en haar volheid zegende. Hij droeg een oude bruine overjas en een slappe hoed. Het leek of hij ze ergens langs de weg had gevonden. Het meest werd ik echter getroffen door zijn wangen die zo hol waren alsof hij ze voortdurend inzoog. Gelukkig dat het niet waait, dacht ik, anders gaat hij zo tegen de vlakte.
Na afloop van het gesprek liep hij met grote passen verder, een wandelende vogelverschrikker in de lange, stille straat.
☆
Mijn vader had in die tijd een agentuur in zinken emmers en strijkijzers, maar dat was voor hem geen bezwaar om in de weken die volgden, de plannen van Boukema, de lange man, ernstig te overwegen. Boukema's plannen zouden mij weinig geïnteresseerd hebben, als ik niet het woord boeken had opgevangen. Zinken emmers en strijkijzers waren ongetwijfeld nuttige artikelen, maar ze konden mijn gemoed evenmin in beweging brengen als het bak- en braadvet, de etalagepoppen of de verpleegsterskleding waarop mijn vader eerder zijn zakelijke talenten had botgevierd.
52