waren, hinderde nu niet meer. Ze raakten los van hun gewone bestaan, ze werden door de woorden daarboven uitgetild.
Onwillekeurig belandde ik in de duinen. Ik liep over een pad dat vroeger geplaveid was geweest, maar dat ik nooit anders had gekend dan als een verzameling verzakte, afgebrokkelde stenen. Wie erop liep, wankelde, een wankelende wandelaar door een ongastvrij landschap.
Ik was jong, te jong voor naargeestige gedachten. Het waas dat de wereld had bedekt, trok weg terwijl ik de duinwal opklom. De zon die ik als een oranje bol boven de horizon zag staan, wierp een baan van licht op het water.
Beneden, op het strand, was niemand te zien; alleen ergens in de verte bewoog iets dat op een menselijke gestalte leek. Als ik na zo'n beklimming over de zee uitkeek, was ze altijd weer boeiend. Alsof ik de zee nooit eerder had gezien. Nu werd het te kil om lang geboeid te blijven. Ik keerde de zee mijn rug toe, veronachtzaamde alle verboden-toegang-borden en ging langs de kortste weg op huis aan.
Toen ik in onze straat kwam, schemerde het al.
De kilte drong door mijn dunne jas en ik begon hard te lopen. Maar toen ik weer bij de vier plompe huizen kwam, hield ik mijn vaart in. Misschien stond Willy Kühling daar nog. Het portiek was echter leeg.
Alsof Willy's aanwezigheid mij toch nog kon zijn ontgaan, deed ik een stap naar binnen en liet mijn blik langs de huisdeur en de muren glijden. Op dat moment floepte de straatlantaarn vóór het huis aan. Het licht verraste me. Ik sloeg mijn ogen neer en ontdekte dat er op de vloer iets te zien was. Met krijt waren daar twee elkaar kruisende lijnen getekend.
Ik had het gevoel dat mijn hart stilstond. Willy Kühling was weggegaan, maar hij had een teken achtergelaten. En in dat teken herkende ik zijn houding van die middag, rechtop, met uitgestoken armen, een kruis in mensengedaante.
De verheven woorden schoten mij weer te binnen, de wereld waarvan ze mij een vermoeden hadden gegeven, lag opeens wijd voor mij open en ik keek er verbijsterd naar.
Mijn ouderlijk huis lag slechts een paar honderd meter verderop. Over die afstand deed ik vele minuten, alsof ik aarzelde mij aan de vertrouwde warmte over te geven.
40