was Hanna niet minder ijverig dan anders, alleen opgewekter en dat stemde ook mij opgewekt, al kon ik nog steeds niet mijn lint aan haar kwijt. Ze droeg nu steevast het blauwe lint en dit bewees dat mijn rood geschenk niet overbodig was geworden.
Haar opgewektheid stak mij aan. Haar stralende glimlach, haar geneurie, de enkele rappe woorden die ik haar met de elektriciens hoorde wisselen, verheugden mij intens. Ze was levendiger geworden, haar smal gezichtje kreeg kleur en ik voelde sterker dan ooit de aandrang om haar staartje aan te raken.
Mijn moeder had beslist geen last van zulke neigingen. Ik zag haar een paar keer het voorhoofd fronsen als Hanna in de buurt van de werklui rondscharrelde.
Nog dezelfde dag waarop de mannen gereed waren gekomen liet mijn moeder de laatste sporen verwijderen van de rommel die ze toch hadden gemaakt. Het was bijna een feestelijke gebeurtenis. De blakers die Hanna en ik 's avonds op de zolder hadden gebruikt, werden in het werkhok achter de keuken bijgezet. De gaslampen stonden in de gang om door een opkoper te worden weggehaald. Alle nieuwe lichten in huis brandden, ook de lamp die op zolder tegen de hanebal-ken was aangebracht.
Toen ik het effect van de nieuwe zolderverlichting ging bekijken, was Hanna daar bezig met stoffer en blik. Ze hoorde me en keerde zich om. Snel haalde ik het pakje uit mijn zak en stak het haar toe. 'Voor jou.'
Verrast pakte ze het aan en maakte het papier los. Er kwam een diepe blos op haar gezicht.
'Waarom is dat?'
'Omdat een rood lint je zo leuk staat. Vind je het niet mooi?' Ze zweeg even en keek mij aan met een blik alsof ze me nooit eerder gezien had. Er lag verwondering in en zelfs angst. Haar blos trok weg, ze werd heel bleek.
'Wil je het niet?' vroeg ik haperend. Tranen drongen naar mijn ogen.
'Het kan niet,' zei ze. 'Als je moeder het merkt...'
'Als jij niets zegt, merkt ze niets. Ze weet toch niet hoeveel linten je hebt!'
Op de benedenverdieping liep iemand. Ik rende de trap af en liet Hanna met het lint achter. Terwijl de anderen de heer
32