nadrukkelijke stem, 'moeten tot vermaak van de wereld dienen.'
'De wereld vermaakt zich toch wel/ zei Henk weinig bemoedigend.
'Niet op de manier die ik bedoel. Ik wil de wereld het een en ander onder de neus wrijven.'
'Zo, en denkt u dat de wereld daar vermaak in zal vinden?' 'Een heleboel mensen zullen zich er zeker mee amuseren. Ik kan de nodige schandalen onthullen en niets is zo plezierig als daarvan kennis te nemen.'
Dat kon Henk niet tegenspreken. Hij knikte nadenkend. Schandalen uit de koloniale samenleving, troebele elementen uit de voornaamste bron van 's lands welvaart. Op slag voelde hij zijn vingers jeuken van schrijflust. In zijn verbeelding zag hij een stoet voorname figuren uit gouvernements- en zakenkringen voorbijtrekken. Het moest heerlijk zijn zich daarop te werpen. Dat was nog iets anders dan het af breken van een stelletje kantoorlummels.
Dorenkamp wilde nog een borrel laten aanrukken om de geestelijke basis voor hun samenwerking te verstevigen, zoals hij zei. Maar Henk moest die versteviging uitstellen. Het ouderlijke etensuur naderde en als gesjochten zoon kon hij zich geen particuliere bediening veroorloven.
Even later verlieten ze het café, Henk met een nog gave rijksdaalder op zak. Achter hen flitsten de lichten in de zaal uit. Een eenzame lantaarn bij de hoek van het terras diende als oriëntatiepunt. De zee was nog niet tot het leven teruggekeerd. De ruimte bleef sprakeloos achter, terwijl ze het dorp inliepen.
'Waar zouden we het beste kunnen werken?' vroeg Dorenkamp.
Henk dacht aan het snaveldier. Bij haar thuis zeker niet. Zijn eigen kamertje bood geen ruimte. Daarom stelde hij het café voor dat ze zojuist hadden verlaten. Dorenkamp ging akkoord. Als ze eens morgenochtend begonnen? Maar Henk wilde het kalmer aan doen en eerst de aantekeningen doornemen, om zich een indruk te vormen.
'Ik breng ze u straks,' beloofde de buurman.
'Zegt u maar Henk,' zei de schrijfkunstenaar.
De ander verzocht hem daarop hem met Bernard aan te spreken. Ondanks de uitgebleven borrel was de basis toch
20