Nieuwe getuigen
Nooit meer, hier of ergens,
de open armen van het weerzien, het verblindende
omhelzen. Ik glijd iedere morgen
door leegten. Het wintert
in de verte, ondergesneeuwde
herinneringen. Smal in mijn lichaam
loop ik de dag binnen, gooi water
tegen mijn ogen, voel mij huiveren en laat
stemmen toe waaruit mensen ontstaan
van nu en eeuwig, nieuwe getuigen
in de zon die vloeren legt
over de afgrond.
41