De Vliegende Hollander

Titel
De Vliegende Hollander

Jaar
1945

Overig
2ed, poezie

Pagina's
142



zijn lijf kwam door de schemering gewaad behoedzaam, om de stilte niet te breken, die als een vlies op alle dingen lag; de hemel achter hem stond vol met streken van rood en goud; met koninklijk gezag bekleedde hem het stervend licht; zijn oogen waren van wonderlijken gloed vervuld; zoo trad hij, in grootmachtig mededoogen, voor hen, die moesten lijden door zijn schuld. Misschien had hij nog nooit den nacht zien dalen zoo schoon en eeuwig, in zoo stillen rouw om eigen sterven; hij bleef even dralen.

De mannen zwegen, hun gelaten trouw verduisterde het wonder van den avond.

Was 'hij de menner van een slaventroep?

Tot honden had zijn hartstocht hen gehavend, en als een klagend lied begon zijn roep:

„Wat zijn wij allen? Dolenden, ontstelden door dingen, die het hart niet achterhaalt.

Die eens verrukt het leven binnensnelden, raken in Gods geheimenis verdwaald.

Ons jonge bloed had bij de zon gezworen, wij wisten: elke droom wordt tastbaarheid voor hem, die opstaat met het ochtendgloren en als een koning door de dagen rijdt; een ruiter, sneller dan de zonnestralen, hun brandend net waait achter zijn galop, maar eindelijk ziet hij den avond dalen


93

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.