De Vliegende Hollander

Titel
De Vliegende Hollander

Jaar
1945

Overig
2ed, poezie

Pagina's
142



Hij stampt verbeten op het stomme dek, om dat gejammer langer niet te hooren.

Het is alsof een koord zich om zijn nek geslingerd heeft en wurgend is gesloten rondom zijn strottenhoofd; hij houdt den adem in en poogt dan met geweld hem uit te stooten, er druppelt brandend zweet zijn oogen in.

„Wie zijt Gij, God, dat Gij mij durft verwijten een leven dat Gij zelf hebt doodgesard!”

Hij staat als een bezetene te krijten, er bonkt een vuist op zijn weerspannig hart, het bloed spuit in hem op gelijk fonteinen en nog schiet zijn rebelsch geluid den nacht door, het vernietigt de satijnen webbe der stilte en sterft langzaam uit, in vage flarden, doffe woordrestanten:

„Hij was te zwak, hij duldde niet het vuur

dat heerschers smeedt, Gij hebt zijn hart doen branden,

te machtig voor zijn wankele natuur.

Ik wist hoe blind het in dien jongen woelde, er kon geen hulp zijn dan uit hem alleen: nooit zag men dat een vuur een vuur verkoelde, of had ik moeten staan voor zijn geween en hem de tranen van de oogen wisschen?

Ik ken den toeleg van Uw machtsbestier, maar nooit zult Gij de zekerheid ontgrissen aan mij, den eenige die het vizier geopend houdt op Uw misdadig streven!





76

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.