De Vliegende Hollander

Titel
De Vliegende Hollander

Jaar
1945

Overig
2ed, poezie

Pagina's
142



Hij mocht zijn zwarten last niet overgeven en vrij de leden strekken in den schoot van zee of aarde. O, die duldelooze honger naar stilte en ontbonden-zijn.

Hij hield den adem in van pijn: er was geen rust dan voor de uitverkozen zielen, die trekken op in den scharlaken mantel der zondigheid tot voor Gods troon en smeekten Hem, hun zonden wit te maken als sneeuwvlokken, om wille van den Zoon. Maar wie was zondiger: God of de mensch? Aan welken afgrond was het kwaad ontstegen? Een schepsel moest bestaan binnen de grens, die het door God gesteld was, maar de wegen des Scheppers slingerden zich voort in de oneindigheid; zelfs wie de handen vast aan de oogen lei, zag nog het branden der vuren voor de hemelpoort, waarachter God in Zijn niet aan te randen stilte het spel der schepping gadesloeg.

Hoe zou dan hij, die nooit de oogen dichtte, maar star en eenzaam naar den einder joeg, zich door Gods ongenade laten richten?

En toch: wanneer de zon verging, de zee ten Westen was met goud bevloerd, werd hij een top van stilte toegevoerd, waar als een wolk verwoei zijn worsteling. Nooit op zijn eeuwenlange vaart

Mok 9


129


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.