De Vliegende Hollander

Titel
De Vliegende Hollander

Jaar
1945

Overig
2ed, poezie

Pagina's
142



de mensch, vermoeid, ontbladert als een roos. Wee hem, die eeuwig dit bestaan moet lijden, die, altijd stervend, nooit is uitgebloeid; een schaduw, die den voet aan wal gaat zetten en voelt zich als de levenden geboeid door Gods onwankelbare wetten.

De kleine haven neemt hen zwijgend op, geen ander schip vond ligplaats aan de kade. Tegen den hemel drijven grijze waden, zacht tikkelt op het dek een regendrop.

Het zonlichte visioen is reeds geweken,

de aard ontvangt hen somber, als een vrouw,

sinds jaren wachtende, in stillen rouw,

op een, wiens naam zij niet meer uit kan spreken.

Zij loopen langs de kaai, een stomme stoet,

als gingen zij hun eigen graf bezoeken;

een hond, met zeere oogen en bebloed,

komt kwispelstaartend kameraadschap zoeken

bij deze uitgestootenen, en ook

een man, een goren zwerver, zien zij loopen,

hij houdt de armen, als een manend spook,

tegen den grenzenloozen hemel open.

Zij blijven staan: een mensch. Met breeden lach wijst hij hun naar de lucht: „Daarginder leven de zaligen, maar ik ben hier gebleven, omdat ik niet den hemel binnen mag!”

Zij vragen woest: „Zijn hier dan enkel honden



119

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.