De Vliegende Hollander

Titel
De Vliegende Hollander

Jaar
1945

Overig
2ed, poezie

Pagina's
142



voor wie in eeuwigheid geen licht meer daagde, buiten het onderwereldsch vlammenspel?

Zij wisten niets, maar hij, de kapitein, de beul, die hen den dood had toegestooten, hij stond nog als een boom, omhooggeschoten uit de verborgen lagen van het Zijn.

Hij droeg de heugenis van hemelblauw en zonnegeel nog in zijn oogspelonken, en hief de vuisten, als granieten bonken, nog naar de lucht, terwijl de storm met grauw gehuil zijn ooren teisterde, en dreunen bleef in zijn hersenkas het woord van God.

Nog was hij hard, maar weggevreten tot een naakte stam stond daar zijn lijf te leunen aan de oneindigheid, die hem voorgoed om waaien zou. Dan mompelde hij vaag:

„God... ik... mijn schip...” Hij spuwde donker bloed tusschen zijn tanden uit en ging omlaag tot de verbijsterden. Slechts éen seconde doorflitste hem de radelooze vraag:

„Laat God mij eeuwig bloeden uit die wonde?...” Dan teekende zijn machtig armgebaar de ruimte van den hemel, en als rotsen rezen zijn woorden voor de stomme schaar:

„Wij moeten eeuwig aan Gods muren botsen!

Zie, ik aanvaard het oordeel uit Zijn mond!

Wij varen voort! Wij zullen nimmer rusten, eer wij te pletter stooten aan de kusten achter den allerlaatsten horizont!”

Mok 8    113

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.