De tweede jeugd

Titel
De tweede jeugd

Jaar
1939

Overig
roman

Pagina's
255



— Weet je, zuster, zegt hij, wat het geval is? Mijn moeilijkheden zijn nog aldoor niet opgelost. Maar er is geen oplossing voor. Dat is de vergissing van dien dokter. Zoodra ik eraan begin, raak ik in de war. Ik moet ze vergeten, heele-maal opnieuw beginnen te leven. Hij heeft zoo’n kinderachtig begrip van innerlijke zuiverheid. Hij wil me in de modder laten wroeten en bedenkt niet, dat ik gek zal worden van de stank. Voor dat gewroet heb ik hem niet noodig en om het af te leeren evenmin.

— Zult U hem dan nog eens te woord willen staan?

— Ik wil hem bedanken voor de moeite, meer niet.

— Dan zal ie mij niet langer bij U laten. U krijgt een andere verpleegster, d.w.z. als hij U niet laat opnemen. Ik wil het U zeggen, anders zoudt U zich tegenover hem weer opwinden.

— O nee, ik ben niet van plan me op te winden. Ik blijf hier en jij bij me en iets anders gebeurt er niet!

Fie is geroerd door zijn aanhankelijkheid, mede omdat zij loonend werk verricht. Zij voldoet aan zijn verzoek om bij hem te komen, opdat hij haar kan kussen, zij het slechts op de hand. En hij belooft haar, dat hij haar veel zal vertellen, van Fannie en zoo, wanneer ze maar eenmaal veilig zijn voor dien dokter.

Na een half uurtje meldt deze zich reeds en houdt met Bonger weer een vergeefsch gesprek. De zieke wil niet meer door hem worden behandeld en de zuster moet bij hem blijven. En het kan hem niet schelen, dat De Groot familie is van directeur Vink en dat hij een gevaarlijk spel speelt. Hij


82

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.