geduld met hem hebben? Het ontslag dreigt, temeer daar hij dien dokter heeft afgewezen, die blijkbaar heel goede maatjes met Vink is. Hij wil den directeur een brief schrijven.
— Zuster, geef me eens het postpapier, daar uit de hoekkast. En m’n vulpen, die zit in m’n vest.
Dan schrijft hij een brief aan de directie: dat het hem al veel beter gaat, dat hij vriendelijk dankt voor de geneeskundige hulp, die hem is verschaft, maar dat hij zich daarzonder werkelijk beter kan redden. Eenige weken denkt hij noodig te hebben en daarvoor behoeft hij misschien verandering van omgeving. Zoodra hij zich in staat voelt om zich te verplaatsen, is hij van plan naar buiten te vertrekken, met de verpleegster, die hem zoo goed verzorgt...
— Lees dit briefje eens, is het niet goed?
— Het is uitstekend geschreven, maar dat de inhoud deugt, zou ik niet durven zeggen. U neemt eigenmachtig beslissingen, waarvan het allesbehalve zeker is, dat ze U ten goede komen. U mag al in conflict willen komen met den dokter, ik niet.
— Laat dien dokter toch links liggen! Heb jij me niet zoover genezen? Als je hem dat vertelt, zal ie je wel verder met rust laten.
— Ik dank U voor Uw vertrouwen. Maar ik zal de zaak met hem moeten bespreken. Hoe denkt U zich dat naar buiten trekken?
— Och, dat weet ik niet. Dat is maar zoo’n opwelling. Misschien blijven we toch beter hier... Stuur dien brief maar niet weg!
80