ten gunste van een behandeling door mij te beïnvloeden. We waren al een aardig eind op den goeden weg, zoodat ik een veel beter inzicht in zijn moeilijkheden heb gekregen. Maar er zijn sterk ontwikkelde complexen, die een geregeld verkeer van mensch tot mensch tegenwerken, waaruit trouwens het lijden zelf voortvloeit. Tegenover U is er natuurlijk een element van sexualiteit in het spel — U vertelde me dat immers — wat allicht de toenadering kan vergemakkelijken. Ik laat dit alles aan Uw tact en inzicht over.
— U kunt op mij vertrouwen, dokter, zegt Fie, die zich zijn woorden scherp inprent.
Zij voelt iets meer dan professioneele belangstelling voor Bonger. Natuurlijk hebben al deze uit het evenwicht geslagen beklagenswaardigen hun geheim, maar het is dikwijls op zichzelf nauwelijks de moeite waard, daarachter te komen. Uit wetenschappelijk oogpunt is alles van belang, uit men-schelijk oogpunt zijn het voornamelijk de gevolgen van het lijden.
Ze overlegt dit, al fietsend, en ziet het bleeke gelaat van Bonger voor zich, het smalle, weggetrokken gezicht met de oogen, waarin een glans van verwondering is en onwil, en soms een soort hardheid, die niets anders is dan een zich tegen zichzelf verwerende melancholie.
Zij wordt voor de deur opgewacht door een sjiek uitgedoste en bij gewerkte jonge dame.
— Dag, zuster. Weet U ook hoe het met meneer Bonger is?
Fie ziet en begrijpt iets. — Nou, nog niet zoo heel best.
71