De tweede jeugd

Titel
De tweede jeugd

Jaar
1939

Overig
roman

Pagina's
255



— O, dat kan wel. Maar ik haat U. U moet verdwijnen! Wat gaat U mijn leven aan? En ik ben volkomen gezond en ik doe het niet langer...

— Herinnert U zich dan niet, wat wij hadden besproken? vraagt de Groot.

— Ach, dat is alweer zoo lang geleden. Hoe meer ik me in mijn herinneringen verdiep, des te duidelijker zie ik in, dat er maar één remedie voor me is: me met rust laten...

— Dus U hebt een remedie noodig? En zooeven zei U, dat U volkomen gezond bent?

— Het kan me niet schelen wat ik heb gezegd, maar ik erger me, over U, over alles! Ik ben niet ziek, ik ben inderdaad niet ziek, want wat U als zoodanig beschouwt, is voor mij normaal. Ik wil niet anders zijn dan ik ben en of U dat nou begrijpt of niet, laat me ijskoud...

— Misschien voelt U zich op ’t oogenblik zeer sterk, ofschoon U pas nog beweerde, dat U gek bent. Maar het zal niet lang duren of er zal geen twijfel meer bestaan aan Uw werke-lijken toestand. Tenminste, als U op deze weerbarstige wijze voortgaat.

— Maar dat is Uw zaak toch niet? En als U zoo’n gevoelig hart hebt, valt U er dan anderen mee lastig, maar mij niet...

De Groot staat op en beproeft weer zijn oude methode. Hij kijkt den patiënt doordringend aan en zegt: — Dus nadat we al een eind op den goeden weg waren, nadat ik al eenig inzicht in Uw moeilijkheden heb gekregen, slaat U plotseling den terugweg in, die U naar den afgrond voert.


66

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.