en niet verder! Dat is om te lachen, want ik heb nooit de behoefte gehad om verder te gaan. Heb ik dezen trein soms uitgekozen? Heb ik er niet altijd in gezeten? Ja, maar heb je ooit een poging gedaan om je er uit te verwijderen? En nu word je gestraft, de zaak wordt stopgezet, je moet er uit en zie nu maar, dat je je verder redt.
Op een vreemde wijze heeft hij ten slotte zelf den trein tot stilstand gebracht. Hij merkte plotseling, dat Fannie was verdwenen en boog zich uit het raampje, vreezend dat zij op de spoorbaan was gevallen. De trein kroop juist weer langs een telegraafpaal en zonder na te denken greep hij met zijn rechterhand dien paal. Op hetzelfde moment stond de trein stil. In een eerste opwelling vond hij het zoowel verheugend als belachelijk, dat hij iets dergelijks kon klaarspelen. Maar bij nader overleg bevond hij, dat het een toevallige omstandigheid moest zijn en dat de trein op het oogenblik, dat hij den paal greep, bij een halte was aangekomen. Zoo moest het wel zijn geweest. Hij stapte uit en ging naast den paal in het gras liggen. Juist toen hij insliep, hoorde hij, dat de trein zich weer in beweging zette en het zich verwijderende gedaver van de wielen was de melodie, waarop hij in den slaap dreef.
Van een poging om het gevaarte in te halen, van angst of wanhoop was geen sprake. Krachteloos als hij was, verlangde hij naar vrede en kon dit slapen iets anders dan vrede zijn?... Ten slotte was het Fannie weer, die hem uit den slaap haalde. — Lig je daar nog aldoor, luie duvel? vroeg ze. — Ja, wat wil je? Maar er was niets meer te willen, want de wekker ging af en Louis Bonger heeft nu gelegenheid te
7