De tweede jeugd

Titel
De tweede jeugd

Jaar
1939

Overig
roman

Pagina's
255



het gevoel, zooeven in hem omhoog gekropen, nu op zijn kaken werkt en op zijn traanklieren, dat hij convulsieve bewegingen maakt met borst en schouders, dat wederom zijn overgroote zwakheid zich in tranen uit. En gelijk gisteravond kalmeert hem De Groot en geeft hem te drinken.

Bonger zegt eindelijk, diep beschaamd en met de oogen neergeslagen:

— Ik kan er niets aan doen... Vraagt U me maar wat U wilt...

— Vertelt U me liever. Hoe U denkt, zoover te zijn gekomen. Dan volgen de vragen vanzelf.

— U bedoelt: hoe deze geestelijke evenwichtsstoornis is ontstaan? Ja, kijk U eens, die is niet nieuw, eigenlijk permanent. Zoo’n crisis is een periodiek verschijnsel, alleen misschien nu iets manifester dan vroeger. Maar dat kan ik niet zoo precies zeggen. De zaak is, dat vreemden zich er nu mee hebben bemoeid, toevallig, ’t had net zoo goed anders kunnen zijn. Ik zou er wel overheen zijn gekomen, net als vroeger... tenminste, ik denk ’t...

Stamelen, onzekerheid, restricties, terugkrabbelen... Hij voelt de oogen van den arts op zich gericht, ofschoon hij angstvallig vermijdt den dokter aan te zien. Waarmee moet hij beginnen? Wat weet hij ? Zwijgen, zwijgen... Maar steeds sterker wordt de hypnotische macht, die hem dwingt, zijn geheimen te onthullen.

— Vertelt U eens: kunt U zich den eersten keer herinneren, dat U een dergelijke crisis hadt te doorstaan?

— Nee, antwoordt Bonger, dat zou ik U niet kunnen


56

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.