Maar hij draait om als een blad aan een boom. — O, als ik je aan één gun, dan is ’t aan Bonger!...
— Kijk eens aan, dat vind ik lief van je, om me aan een half gekken man te gunnen... ’t Zal anders best in orde komen, maak je maar niks druk, hoor!
Gelukkig dat hij weg moet en dat zij zich moet gaan klee-den. Die kleine feeks heeft hem al meer schaakmat gezet.
— Geef Kareltje kusjes van me! roept ze hem na. Hij is haar oogappel en zij is zijn lievelingstante. Van Swieten zal het doen. Hij zal alles doen om den vrede te bewaren en niet meer naar Bonger informeeren. Als Fie hem wat te vertellen heeft, moet ze maar bij hem komen.
Tevreden met deze oplossing begeeft hij zich weer naar zijn werk.
52