De tweede jeugd

Titel
De tweede jeugd

Jaar
1939

Overig
roman

Pagina's
255



wen over zijn lippen. — Ik moet me daartegen verzetten, zegt hij opeens. Moeder heeft rust, het is goed... En dan laat hij de hand van de zuster los en begint weer te steunen en te murmelen, urenlang.

Maar zij hoort het niet, want zij legt zich te slapen in den fauteuil, vertrouwend op het instinct, dat haar zal waarschuwen, indien haar hulp noodig is. Wanneer zij ontwaakt, schijnt reeds de zon door de gesloten gordijnen en zij ziet dat de patiënt haar ligt aan te kijken.

— Goeien morgen, meneer! zegt zij.

— Goeien morgen, zuster, antwoordt Bonger. Ik heb het U lastig gemaakt, vannacht, niet?

— O, dat viel wel mee. Anders had ik niet kunnen slapen. Hoe voelt U zich nu?

— Uitstekend, dank U. Ik denk, dat Uw hulp verder overbodig is.

— Wilt U me zoo graag kwijt zijn? Ik zal U toch maar even wasschen!

Dan wascht ze zijn gezicht en handen en hij vindt dit niet onaangenaam, want zelf zou hij er niet toe kunnen komen.

— Ik ben volkomen overgeleverd, zegt hij. Ik moet het goed vinden, dat wildvreemden in m’n kamer komen en zich met me bemoeien. En die verschrikkelijke dokter... komt die man nog terug?

— Ja, straks komt ie. Maar hij is heelemaal niet verschrikkelijk. U wilt toch beter worden?

— Ja, dat is zoo de normale begeerte, hè? Maar kunt U nou merken, dat ik ziek ben?

43

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.