De tweede jeugd

Titel
De tweede jeugd

Jaar
1939

Overig
roman

Pagina's
255



— Ach, plaag me toch niet langer! Het laat me koud, ik wil niets weten...

— Ik wil U ernstig waarschuwen, dat die weerbarstige houding U van geen enkel nut kan zijn.

Er komt een minachtende trek op Bongers gezicht. — Alsof het U iets kan schelen of iets van nut voor mij is! En bovendien: ben ik niet vrij om te krepeeren?

— O, dus U erkent, dat dat gevaar bestaat...

— Meneer, ik discussieer niet meer met U. Vertrekt U onmiddellijk!

— Goed. Maar als medicus is het mijn plicht, U te wijzen op het zeer groote gevaar, dat U loopt...

Bonger voelt zich verslapt. Hij heeft zich geforceerd. Hij kan niet op tegen den blik van deze oogen, tegen deze stem, die elk woord als een bezwering doet klinken.

— Dat kan U toch immers niet schelen... protesteert hij nog.

— Pardon, dat kan mij wel degelijk schelen! Ik begrijp niet, hoe U, als ontwikkeld man, iets dergelijks kunt zeggen. Staat een dokter dan als een stuk steen tegenover zijn patiënt?

— U hebt gelijk. Voor de wetenschap is niemand veilig.

— Laten we zeggen, dat het alleen wetenschappelijke belangstelling is, al is dat niet zoo. Maar U erkent, dat de men-schen ermee gebaat zijn...

— Als U dat zoo graag wilt... Nee, ik geloof niet aan die baat!

— Meneer Bonger, laten we ons niet op philosophische zijpaden begeven, maar de onmiddellijke realiteit in het oog

36

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.