De tweede jeugd

Titel
De tweede jeugd

Jaar
1939

Overig
roman

Pagina's
255



III

Zich verzetten tegen het binnendringen van de buitenwereld. Men wil zijn ziel nu eenmaal niet uitleveren aan de hongerige wolven. Zij staan likkebaardend op den loer. Waarom, in Godsnaam? Vraag het hen en zij zullen het zelf niet weten. Uit bemoei-, vraat- en vernielzucht. Maar waarom zij zoo zijn, weten zij niet, evenmin als ik weet, waarom ik anders ben.

Wie heeft mijn innerlijke rust gestoord? Vanwaar dat laaiende vlammenspel in mijn binnenste? Het is een tijdelijke opwinding, die niet lang kan duren. Aanstonds zal de stilte weer aanbreken. Ik zal door een straat wandelen en alle men-schen hebben zich teruggetrokken binnen hun huismuren. Deze staat van versteendheid is mijn eigen rijk, een projectie van mijn innerlijk. Ik hoef daaraan niet te twijfelen, ik hoef mij niet af te vragen, of de wereld misschien anders is of dat ik misschien anders ben. Om ieder individu trekt het solipsisme zijn onbreekbaren kring, zijn wurgenden strop. Een troostende gedachte, nu de phase der diepste eenzaamheid is begonnen, nu ik eindelijk het land ben binnengedreven, waarvoor ik zoolang heb geaarzeld.

Maar met dezen troost is niet te rijmen het feit, dat hij

Tweede Jeugd 3

33


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.