De tweede jeugd

Titel
De tweede jeugd

Jaar
1939

Overig
roman

Pagina's
255



rook van zijn sigaar over het avondblad blaast, ik weet niet of De Groot nog thuis is. Dan zou ik hem kunnen vragen, als er soms een verpleegster noodig is, of Fie...

— Zie je wel, dat het een goed idee van me was! Bel dan meteen even op.

Het is immers voor haar zuster, denkt hij, maar gaat toch naar de telefoon. Hij treft het, want dokter staat juist op ’t punt van weggaan en hij heeft, indien hulp is gewenscht, tegen die zuster geen bezwaar.

Waarom ben ik hard tegen haar geweest? vraagt Van Swieten zich af, als hij een poosje later van zijn lectuur opkijkt en Trees aan een jurkje voor Annie ziet zitten breien. Ze heeft me een zoon en een dochter geschonken en is dat al niet heel veel? De moeilijkheden zijn talloos in het leven, maar men moet ze niet opzoeken... Aldus prakkizeerend valt hij in slaap en snurkt weldra luid door de stilte van de kamer.

Trees kijkt hem aan, terwijl haar handen naarstig bezig zijn, maar ze denkt nauwelijks. Ze hoeft hem vanavond niet te wekken, want het gerinkel van de telefoonbel haalt hem uit den slaap.

— Allemachtig! Wat is dat? schrikt hij op.

— De dokter natuurlijk, zegt Trees kalm.

En zoo is het. Of meneer Van Swieten die zuster vanavond nog kan sturen? Ze moet eerst even bij hem komen. Goed dokter, ik zal haar naar U toesturen. En hoe ’t met den patiënt is? Hij kan er niet veel van zeggen. Redelijk... ’t Kan lang duren, ’t kan ook kort duren. Goedenavond.

Ja, en nu moet hij nog de straat op. Heeft ie echt zin in!

31

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.